Hoeveel je er ook eet, van winegums zul je nooit dronken worden. Bitterballen smaken zoutig, vettig of gekruid, maar bitter kun je ze niet noemen. En wat heeft het Engelse woord voor moeras te maken met roze sponzige spekjes? Snacks en snoepgoed hebben soms bizarre namen. Je kent er zelf vast ook een paar. Waar komen die namen vandaan? Waarom heten marshmallows, winegums en bitterballen zo?
Marshmallows
De Egyptenaren kenden al een soort marshmallows. Zij maakten zoete lekkernijen van het sap van de Heemst plant (Althaea officinalis) gemengd met noten en honing. Heemst heet in het Engels Mallow. Waar groeit de mallow plant? Heel toevallig in moerasgebieden in Azië en Europa. Daarom noemen de Engelsen de plant Marsh Mallow, naar het Engelse woord voor moeras. Voor de echte marshmallow-fanaat; Heemst groeit ook goed in je achtertuin. Heb je je eigen marshmallow plant? Probeer dan dit tweehonderd jaar oude marshmallow recept.
Winegums
Behalve de naam winegum hebben de smaken van dit snoepgoed namen als port, gin of sherry. Wie vernoemt snoep nou naar alcohol? Dat is de Engelsman Charles Gordon Maynard. In 1909 ontwikkelt hij de winegums. Er zijn twee theorieën over waarom hij de taaie snoepjes winegums noemt. Mogelijk wil Maynard zijn snoepgoed als alternatief voor wijn aanbieden aan de volwassen Londenaren. Stel je eens voor hoe de straten van London eruit zien als de Engelsen winegums eten zoals ze alcohol drinken.
Volgens de tweede theorie blijft de smaak van de snoepjes lang in je mond blijft hangen, net als het bouquet van een wijn. Bestaan er vin-gum-ologen? Overigens kosten de winegums Maynard bijna zijn baan. Wanneer hij ze ontwikkelt, werkt Maynard in het bedrijf van zijn streng christelijke vader. Hij moet alles op alles zetten om zijn vader ervan te overtuigen dat er echt geen alcohol in verwerkt zit.
Bitterbal
Wat is de bitter in het woord bitterbal? Dat het niets met de smaak te maken heeft, is duidelijk. Het gaat in dit geval om het bittertje, een ouderwets woord voor een borrel. Sterke dranken als jenever hebben vaak een bittere smaak en noem je daarom bittertje. In het begin van de 20e eeuw eten stadse Nederlanders gefrituurde vleesballen bij hun bittertje. De vleesballen worden al snel tot bitterballen omgedoopt. De eerste bitterballen serveert Jan Barendsz in zijn kroeg in Amsterdam. Zijn stamgasten klagen dat ze honger krijgen en voor wat te eten naar huis moeten. Daarom serveert Jan brood, kaas en vleesballen aan zijn klanten. ‘Schnecks’ noemt hij ze. Klinkt bekend, toch?
Wat vluggertjes om het af te leren
Drop
De hele wereld zegt liquorice, of iets wat daar op lijkt. Maar voor ons is het drop. Zwart, vaak zout snoepgoed gemaakt van het extract van de zoethoutwortel. Als je drop maakt, pers je de druppels uit het hout. Daar komt het woord drop vandaan. Drop betekent druppel.
Boterbabbelaars
Eind 19e eeuw maken Zeeuwse boerinnen dit zoete harde snoep als een traktatie bij de koffie. Wanneer je op bezoek bent, krijg je bij je eerste kop koffie een koekje. Als je langer blijft ‘babbelen’, krijg je bij je tweede kop koffie een hard botersnoepje. Daarom de naam boterbabbelaar. Blijf je nog langer hangen dan krijg je in een staaltje van Zeeuwse gastvrijheid de opmerking: ‘Is de babbel nog niet uit?’.
Tumtums
In deze vrolijke verzameling van zacht en hard snoep met chocoladedruppels heeft iedereen zijn favoriete smaak. Van de naam wordt je ook vrolijk. Tumtum komt van het woord tummy, een Engels kinderwoord voor buik. Awww, teveel schnecks gegeten? Even over je tumtum wrijven.